2004 Reis door ongerept Cuba 

Klik op de foto voor de fotoreportage

Wie Cuba zegt, denkt aan sigaren, Fidel en de lichte hoofdpijn die je hebt na een avondje teveel Cuba Libres drinken.

 

Maar wie dit grootste eiland van het Caribisch gebied bezoekt zal er geen kater aan overhouden! Het land is een interessante bestemming, vol met koloniale pracht waar soms de jaren '50 nog tot leven komen als je al die oldmobiels rond ziet rijden. Of je nu rond wil reizen of vakantie op het strand wil vieren, het is allemaal mogelijk.

Toch is het nog niet zo lang geleden dat een vakantie naar dit exotische land vrijwel onmogelijk was. Cuba is namelijk sinds het begin van de jaren zestig een anti-Amerikaanse en communistische staat. Hierdoor werden de grenzen jarenlang gesloten gehouden voor het toerisme. Fidel Castro leidt sinds die tijd het land nadat hij het bevrijdde van dicator Batisa (die door de Verenigde Staten gesteund werd). Amerika verbrak alle banden met het land, wat tot op de dag van vandaag nog van kracht is. Noodgedwongen moest Castro steun zoeken bij andere bondgenoten en hij vond dit bij China en Rusland. De toeristen die sinds die tijd Cuba bezochten waren dan ook voornamelijk van hen afkomstig. Na het vallen van het Oostblok en hiermee de economische hulp van zijn bondgenoten, werden alsnog de grenzen opengesteld voor westerse (rijke) toeristen.

 

Klimaat
Het klimaat op Cuba is bijna het hele jaar ideaal. De gemiddelde temperatuur is 25 °C; in de koudste maand, januari, is de temperatuur gemiddeld 21 °C. Juli en augustus zijn de warmste en vochtigste maanden; dan kan de temperatuur hier en daar (vooral in het oosten) oplopen tot 40 graden. Gelukkig zorgt de noordoostpassaat voor een verfrissend windje.

De natte periode loopt van mei tot en met september, soms oktober. Dan valt er dagelijks wel een bui, maar het regent zelden een hele dag. Het gemiddelde aantal dagen met zon is 330!


Natuur
Overal op het eiland staan palmen, meer dan 70 miljoen, zegt men. Ze staan langs de wegen en de velden, tussen de tabaksplantages en aan de rand van de weilanden. Aan het strand staan ze, en op stille patios, langs drukke boulevards, rondom monumenten, of in dichte bossen tussen de bergen.

Muggen zijn de onaangenaamste beesten op Cuba, en niet eens malariamuggen, want die zijn uitgeroeid. Wilde of giftige dieren zijn er niet. Zelfs de mensen zijn er ongevaarlijk. Een ander prikbeestje is een iets minder gemeen soort paardenvliegje dan de Hollandse, genaamd jején. Behalve deze twee zijn er nòg zo’n 6998 soorten insecten!

 

Taal
Het Spaans dat op Cuba wordt gesproken, is in het begin moeilijk te verstaan. De Cubanen spreken razendsnel en ze slikken de helft van de woorden in; ze spreken de eind-s niet uit, ook niet aan het eind van een lettergreep, terwijl ze de z en de c als s uitspreken. ‘Tot straks’ of ‘tot ziens’ wordt ‘ta luego, in plaats van hasta luego. ‘Voor mij’ wordt pa’ mi. Volgens henzelf komt dat doordat het een aangeleerde taal is. De uit Afrika geïmporteerde slaven, de basis van de bevolking, leerden de taal van hun meesters, door imitatie.

Cubanen gebruiken veel bijnamen die de boel verduidelijken: een bus met geledingen is een acordeón, een Suzuki-busje noemen ze een huevo, een ei, omdat het ding zo slecht op de weg ligt. Omdat er voor de Cubanen bijna geen vlees is en iedereen maar een paar keer per week een ei krijgt, net genoeg om in leven te blijven, heten eieren salvavidas, reddingsboeien

 

Eten
Voor een uiterst verfijnde keuken moet u niet naar Cuba gaan. Het Cubaanse eten is weinig gevarieerd, nogal vet, rijk aan koolhydraten en niet erg gekruid. De Spanjaarden introduceerden indertijd rijst, citrusvruchten en varkens- en rundvlees op het eiland, de Afrikanen brachten van hun geboorteland de broodvrucht mee, en gebruikten de inlandse knolgewassen (tubercules). Langzamerhand vermengden de twee invloeden zich tot de typisch creoolse keuken zoals die nu nog op Cuba te proeven valt.

Het traditionele basisvoedsel is moros y cristianos: rijst (arroz) met zwarte bonen (frijoles negros); of congrís: rijst met rode bonen (frijoles colorados). Puré africana is zwarte-bonensoep, witte-bonensoep heet puré bretoña, San Germán is erwtensoep en San Cristóbal is soep van rode bonen. Crema aurora is een soep, bestaande uit een witte roux met tomatensaus, crema de queso is dezelfde roux met kaas erop, crema a la reina een roux met kip.

De boniato (zoete aardappel) wordt veel gegeten. Yuca (in het Afrikaans maniok) is een populaire groente, bleek-geel en een beetje melig. Er wordt cassavebrood van gemaakt, zoals de Indianen al deden. Malanga is net zo’n soort populaire knol. Viandas is de verzamelnaam voor knolgroenten en groene bananen (plátanos verdes). Deze laatste worden ook veel gebruikt als groente -in plakken gebakken (plátanos fritos) of als chips (mariquitas). In het oostelijk deel van Cuba, in Santiago de Cuba, worden ze geprakt, fufú. Het is een melig hapje, maar daar horen dan knapperig uitgebakken stukjes varkenszwoerd (chicharrones) doorheen, en dan is het heel lekker. Het moet het hoofdbestanddeel van het voedsel geweest zijn van de guerrilleros in de Sierra Maestra.

Dranken
Café cubano of café criollo is een klein kopje sterke koffie, soms met de suiker er al in. Met café americano wordt een grote kop slappe koffie bedoeld. Bij het ontbijt drinken de Cubanen meestal café con leche, drie kwart hete melk, een kwart koffie.

In verschillende provincies zijn verschillende merken bier (cerveza) te koop: in Pinar del Río Princesa en in Holguín Mayabe. Wijn is niet erg populair en over het algemeen vrij duur. Rum is een edel bijproduct van het suikerriet en is er in verschillende soorten: aguardiente, de traditionele brandewijn van de boeren en suikerrietsnijders; carta blanca, lichte drie jaar oude droge rum, geschikt voor cocktails, maar wat slap voor gewone consumptie; carta oro, goudgeel, vijf jaar oud en een stuk lekkerder; en añejo, zeven jaar oud, op fust gelagerd, goudbruin en een beetje cognacachtig. Kenners drinken deze laatste a la roca, met ijsblokjes. In Trinidad moet u beslist eens de Canchanchara proberen, een drankje met rum en citroen en honing.

 

Accommodaties
De hotels in Cuba, vooral die voor het internationale toerisme, bieden totale verzorging en vermaak. Behalve de restaurants, bars en cafeteria’s, zijn er winkels (tiendas) en toeristenbureaus, vaak is er een postkantoor en een disco, meestal is er een zwembad. De ruimte om het zwembad wordt altijd gebruikt voor veel animación, letterlijk vrolijkheid, in de vorm van shows, muziek en dansspelletjes.

Sommige hotels met twee sterren of minder zijn weinig comfortabel en verwaarloosd. Hoewel dat snel kan veranderen: er wordt veel gebouwd en gerestaureerd. Wel zijn het vaak mooie jugendstil-gebouwen, in het centrum van de steden, in tegenstelling tot de nieuwe, luxueuzere hotels die buiten het centrum gebouwd zijn.

Verwacht van het ontbijt niet al te veel. Soms twee sneetjes brood en jam (als dat er al is) en een eitje met koffie en limonade!

 

Openbaar vervoer
De trein is langzamerhand het belangrijkste en meest frequent rijdend vervoermiddel. Maar daar moet de reiziger voorbereid zijn vertragingen en oponthoud vanwege panne blijmoedig ondergaan. Gelukkig altijd in gezelschap van vriendelijke en vrolijke Cubanen. Ongeveer alle delen van het eiland zijn per trein te bereiken, en dat doen bijna 14 miljoen Cubanen per jaar.

Van het openbaar vervoer in de stad is op het ogenblik erg weinig te zeggen. De bus heet guagua (uitspreken als whawha), maar de Cubanen hebben hem de bijnaam aspirina gegeven: de bus verlicht de pijn van het wachten. In de uitgestrekte stad Havana is een groot aantal lijnen tijdelijk opgeheven en er zijn een paar nieuwe ingezet met andere routes.

Wachttijden zijn heel lang, en áls de bus eindelijk komt, is hij afgeladen. Armen steken aan alle kanten uit de raampjes en als er een lege auto langsrijdt, met alleen de chauffeur erin, maken alle armen de grappige beweging waarmee Cubanen je gebaren dichterbij te komen.

Plaatselijk vervoer
In de steden bestaan de collectivos nog steeds: het systeem waarbij een aantal mensen samen een taxi neemt. Maar de wegen van een lokale taxi zijn wonderbaar: het is de taxichauffeur die bepaalt waar hij heengaat en niet de klant.

Bij de meeste hotels staan turisttaxi's. Het is beter die te nemen: u kunt ze vragen u weer op te komen halen op een bepaalde tijd. Want dat is de grote moeilijkheid: er is geen lokale taxi meer te vinden als u na genoten plezier in het hartje van de stad weer terug wilt naar uw afgelegen hotel. Om een indicatie van de prijs te geven: buiten de bebouwde kom kost een taxi ongeveer 0,85 dollarcent per km. In Havana kost de taxirit van het Comodoro-hotel naar het oude centrum, een rit van ruim een kwartier, zeven à acht dollar.

Douane en grensformaliteiten
U hebt een geldig paspoort nodig, uw terug- of doorreisticket, plus een toeristenkaart. Als u langer dan een maand op Cuba wilt verblijven, moet u zich na een maand melden bij de vreemdelingenpolitie op Cuba voor een visum. Je krijgt geen stempel in je paspoort, want anders kom je de VS niet meer in.

Voor een zakenreis hebt u een visum nodig. Daar moet u langer op wachten: ongeveer zes weken. Om Cuba binnen te mogen, moet u ten minste twee overnachtingen in een hotel geboekt hebben.

U mag zo veel dollars en andere valuta (behalve de Cubaanse) invoeren als u maar wilt. Etenswaren mag u niet meenemen, dus geen vlees, vis, groenten, kaas of fruit. U mag drie flessen drank meebrengen en een slof sigaretten. Dieren zijn welkom als ze de nodige papieren hebben en ze moeten 14 dagen in quarantaine.

De Cubaanse peso, die u trouwens nauwelijks nodig hebt, mag u niet uitvoeren. Verder mag u geen inheemse natuurproducten uitvoeren, zoals schelpen en slakkenhuizen; en zeker geen producten van beschermde planten- en diersoorten, dus geen zwart koraal, schildpadschild, vlinders, ivoor of reptielenhuid. Om krokodillenproducten uit een Cubaans broedgebied mee te nemen, moet u papieren hebben die aantonen dat u ze op wettelijke wijze hebt aangeschaft.

 

Gezondheid
De medische verzorging is goed en kosteloos. Voor iedere 120 Cubaanse gezinnen is er één huisdokter. Iedere provincie heeft een Aids-ziekenhuis. Negen miljoen mensen zijn getest op Aids en er zijn ongeveer 700 gevallen van Aids op het eiland bekend. Het beleid is erop gericht, de patiënten te isoleren. Gezondheidszorg in (staats)ziekenhuizen is dus voor iedereen (dus ook voor toeristen) gratis!

Sinds kort zijn er kleine klinieken voor buitenlanders; daar moet u dus betalen, minimaal 15 dollar. En ieder hotel heeft een medische hulppost (posta medica of cruz roja). Mocht u onverhoopt in een normaal ziekenhuis terechtkomen, dan is de behandeling gratis. Waarschijnlijk moet u dan wel uw medicijnen betalen, maar die zijn over het algemeen goedkoop.

Er zijn veel apotheken, ook in de provincie. Sommige zijn erg mooi. Op de apotheken die 24 uur open zijn, staat turno permanente; apotheken zijn ook te herkennen aan de afwezigheid van een rij.

Het water is drinkbaar, hoewel het niet overal even lekker smaakt. Al het eten is schoon; alles is trouwens schoon.

 

Geldzaken
De Cubaanse peso bestaat uit 100 centavos in munten van 5, 20 en 40 centavos. De peso bestaat als munt en als biljet. Het biljet van 1 peso is olijfgroen, met aan de ene kant een plaatje van José Martí en aan de andere kant een afbeelding van de triomfantelijke entree van Castro en zijn leger in Havana op 8 januari 1959.
Het 3 peso-biljet is rood, met aan de ene kant een portret van Che Guevara en aan de andere kant een plaatje van hem als machetero aan het werk, met de tekst ‘Che -stuwende kracht van het vrijwilligerswerk’.

Omdat in Cuba alles schaars en op de bon is, zijn de gewone winkels zo ongeveer leeg. Buitenlanders kunnen bijna niets kopen, niet omdat het niet mag, maar omdat het er niet is. Alleen in de diplomaten- en dollarwinkels is van alles te koop. Sinds kort kunnen de Cubanen daar ook terecht, hoewel ze zich soms moeten legitimeren.

 

Tijdsverschil
In Cuba noteert men de tijd op de Amerikaanse manier: van middernacht tot 12 uur in de ochtend is het AM, van 12 uur tot middernacht PM. Dus 15.30 uur is 3.30 PM. Het is in Cuba zes uur vroeger dan in Nederland en België.

UA-30962075-1